Hoogfeest H. Teresa van Jezus
Brief van fr. Miguel Márquez Calle aan de orde
Op 15 oktober werd een brief gepubliceerd van de Generale Overste van de Ongeschoeide Karmelieten, fr. Miguel Márquez Calle OCD bij gelegenheid van het hoogfeest van onze Moeder Heilige Teresa van Jezus.
- Download de brief als pdf
- Voor uw gemak plaatsen we ook de hele brief hieronder:
(tussenkopjes toegevoegd tbv de online leesbaarheid)

Generale Overste van de Ongeschoeide Karmelieten
Corso d’Italia, 38
00198 Roma - Italia
Brief aan de orde op het Hoogfeest
van onze Moeder Heilige Teresa van Jezus
Rome 15 oktober 2024
Dierbare broeders en zusters van de Teresiaanse Karmel,
Het is voor mij een grote vreugde u te mogen begroeten op dit feest van onze Moeder heilige Teresa. Ik hoop oprecht dat u, na het ontvangen van deze brief, vrede en moed zult vinden, zelfs te midden van de moeilijkheden en de strijd die nooit ontbreken. Ik wilde u al enige tijd deze brief sturen met een heel specifiek thema: in de geest en de passie van Teresa van Jezus voor de waarheid en voor een goede intellectuele, vitale en integrale vorming, die ons helpt om in de waarheid te wandelen, als Orde, als gemeenschappen en persoonlijk, en ons altijd in staat stelt om verlicht, nederig en ontvankelijk te zijn op onze weg.
Seminar
De laatste week van juni, woonde ik het derde jaarlijkse onderzoek seminar bij over het intellectuele leven van onze Orde. Dit seminar, opgericht in 2022, heeft tot doel om de dialoog te vergemakkelijken tussen karmelieten die zich bezighouden met academisch onderzoek en het aanmoedigen en bevorderen van de intellectuele activiteit in de hele Orde. Het idee van het seminar ontstond na het luisteren gedurende verschillende dagen naar de professoren en de gemeenschap van het Teresianum aan het begin van mijn generalaat, over de vraag hoe de Karmel en de karmelitaanse spiritualiteit en theologie antwoorden op de grote uitdagingen en vragen van vandaag. Het gaat over het denken en bezinnen gebaseerd op het gebed en het luisteren naar de huidige tijd. Waar is het charisma van de Karmel als stilte en passend woord voor de man en vrouw van vandaag?
Bronnen van onze charisma’s
Meer dan vijftig jaar geleden nodigde het Tweede Vaticaans Concilie ons als religieuzen uit om terug te keren naar de bronnen van onze charisma’s, naar de inspiraties van onze vele en gevarieerde tradities (Perfectae Caritatis, 2). Binnen onze eigen Orde heeft een generatie onderzoekers deze taak met enthousiasme opgepakt en vandaag de dag profiteren we nog steeds van de vruchten van hun werk: kritische edities van de geschriften van onze heiligen, vertalingen van hun teksten in talen die over de hele wereld gelezen kunnen worden, goed uitgewerkte biografieën van hun levens en gedetailleerde uiteenzettingen van hun geestelijke en mystieke theologie. Naarmate deze generatie karmel-onderzoekers verdwijnt – denk aan de dood van zovelen in de afgelopen jaren – moeten degenen onder ons die hen opvolgen zich afvragen hoe we hun werk vandaag kunnen voortzetten; hoe we kunnen voortbouwen op de fundamenten die zij zo adequaat hebt gelegd, en hoe we maximaal alles gebruiken wat zij aan onze Orde hebben gegeven.
Prioriteit aan studie
Studie en onderzoek vinden niet plaats in het luchtledige, maar in de levende context van onze karmelgemeenschappen en temidden van de omstandigheden van onze hedendaagse wereld. In deze omstandigheden vinden we veel factoren die ons er momenteel van weerhouden tijd en energie te besteden aan het intellectuele leven. De afname van het aantal roepingen in zoveel regio’s brengt stress mee om te zorgen voor wat onmiddellijk nodig is: het vervullen van pastorale verplichtingen, de zorg voor onze oudere broeders en zusters, administratieve en bureaucratische taken die het dagelijks leven van onze instellingen mogelijk maken. Ook in gebieden waar het nieuw opgerichte karmelleven bloeit, stellen de oprichting van nieuwe gemeenschappen en de ontwikkeling van nieuwe gebieden van prediking en andere bedieningen onmiddellijke en dringende eisen aan degenen die in de voorhoede van deze activiteit staan. Waar we ook zijn, lijkt het dat we geen generatie karmelieten zijn op zoek naar dingen om te doen. In deze context kan aandacht voor ons intellectueel leven soms een luxe lijken of een verre wens aan het eind van een lange lijst van meer dringende prioriteiten.
Op dezelfde manier gaan veel factoren in onze hedendaagse wereld in tegen het zoeken naar serieuze, geëngageerde toewijding aan de studie. Sociale media hebben ons geconditioneerd om oppervlakkig te lezen, om materiaal te filteren om alleen de bijzondere details te verkrijgen die we nodig hebben, om in korte zinnen te denken en te communiceren. In wat een 'post-truth [post-waarheid] samenleving' wordt genoemd, worden objectieve feiten in twijfel getrokken, is de waarheid relatief geworden, worden autoriteiten en deskundigen met argwaan bekeken en worden instellingen en de wijsheid die ze bieden als inherent onbetrouwbaar beschouwd. Voor ons in het bijzonder is het relevant dat wetenschappelijke en technologische studie, gericht op het bevorderen van de kennis en mogelijkheden van de mensheid, vaak als waardevoller en productiever wordt gezien dan het nastreven van kennis op gebieden zoals theologie en spiritualiteit, waar de vruchten van kennis minder geneigd kunnen lijken tot het verrijken van de menselijke samenleving, tenminste in termen van financieel en technologisch gewin. Weinig theologen zijn daadwerkelijk voorbestemd voor rijkdom en roem!
Dorst naar kennis
Zelfs binnen de familie van de Kerk wordt onze Orde van de Ongeschoeide Karmelieten niet altijd gezien als een Orde met een sterke en levendige traditie van intellectuele activiteit, in vergelijking bijvoorbeeld met de manier waarop de geleerdheid van de jezuïeten en de dominicanen zo hoog wordt gewaardeerd, of de monastieke wijsheid van de benedictijnse familie. Toch gaat dit voorbij aan het feit dat de heilige Teresa, intellectuele activiteit en de noodzakelijke betrokkenheid bij het lezen en bij ernstige studie zag, als iets dat aanwezig was in het hart van haar visie op het geestelijk leven. Teresa zelf bezat een schijnbaar onverzadigbare dorst naar kennis. Zij was onvermoeibaar in het zoeken naar de mening van geleerde mannen - als biechtvaders en als raadgevers - in haar verlangen om de waarheden te begrijpen, vervat in de kern van haar mystieke ervaringen. Bovendien beschouwde zij dit advies als essentieel voor de priorinnen die hun nieuwe gemeenschappen gingen leiden, en in feite heilzaam voor alle zusters: "Vraag, dochters, altijd raad aan geleerden. Zij zullen je met voorzichtigheid en in waarheid op de weg van de volmaaktheid begeleiden." (Kloosterstichtingen19,1). Deze oriëntatie was niet louter functioneel; Teresa begreep dat de mogelijkheid om de beste christelijke literatuur diepgaand te lezen de zielen van haar dochters zou voeden en hen zou verrijken op gebieden die essentieel zijn voor hun bloei als geestelijke vrouwen: "De priorin moet er moet ervoor zorgen dat er goede boeken zijn [...] Dit voedsel voor de ziel is in zekere zin even noodzakelijk als het voedsel voor het lichaam" (Constituties 8 [=II,7]).
Hoofd en hart
Teresa's beroemde uitspraak dat voor onze opdracht in het gebed "het niet op aan komt veel te denken, maar wel veel te beminnen" (Innerlijke Burcht IV, 1, 7), wordt vaak in het centrum van haar geestelijk onderricht geplaatst, en terecht. Uit de context gerukt kan het echter de indruk wekken dat Teresa hoofd en hart als tegenpolen van elkaar zag, en dat rede en kritisch denken een obstakel vormden voor het brandende verlangen dat in het centrum stond van haar relatie met God. Maar in werkelijkheid zag Teresa een dergelijke tegenstelling niet. Integendeel, intelligentie was een waardevolle hulpbron in het geestelijk leven, die de zusters in staat stelde het goede te smaken en zich over te geven aan zijn omvormende kracht (Weg van Volmaaktheid 14,2). Intelligentie was in feite een criterium voor het accepteren van kandidaten (Constituties 21 [=VI,1]). Evenzo prees Teresa degenen die hun gebed konden ondersteunen met door studie verworven kennis, en zag het als een waardevol hulpmiddel om vooruitgang te boeken in het mystieke leven: "Anderen zullen daar voordeel uit halen, vooral wanneer ze gestudeerd hebben, iets wat deze oefening [van gebed] erg ten goede komt', zei ze aan haar zusters (Leven12:4). Het intellectuele leven stond dus in dienst van het gebed, hield het in stand en voedde het, en verdiende daarom de energie en aandacht van de zusters: "Aangezien ons huis op het gebed gebouwd is, moeten wij ons oefenen om smaak te krijgen in alles wat ons hiertoe kan helpen." (Weg van Volmaaktheid 4, 9).
Deze essentiële harmonie tussen ons intellectueel en geestelijk leven zien we zowel in Teresa's voorbeeld als in haar onderricht. Ze las de grote auteurs van de christelijke traditie – de kerkvaders en de geestelijke schrijvers van de Middeleeuwen – om haar antwoord op het heden te inspireren; las ze de Schrift om haar ontmoeting met Christus te verdiepen; ze las de spiritualiteit van hedendaagse schrijvers als Francisco de Osuna en Bernardino de Laredo als leidraad voor haar zoektocht naar God. Teresa leert ons niet alleen dat we moeten lezen, maar ook hoe en waarom we dat moeten doen, waarbij we de tekst met kritische betrokkenheid en met een wakkere geest benaderen, zodat onze vooroordelen worden uitgedaagd, onze horizon wordt verbreed en ons pad duidelijker wordt.
Spiritualiteit en studie
In navolging van het getuigenis van Teresa over de integrale relatie tussen spiritualiteit en studie, zouden we zelfs kunnen spreken van een “spiritualiteit van de studie”. Er is een ascese nodig voor dit werk. Vooral in deze tijd worden we bedreigd door de afleiding, het opgeven en versnippering. Een serieuze lezing vereist een bewuste discipline, een zich afkeren van afleidingen, een vastberaden afkeren van de geest en het hart van andere bezigheden. Het is voor het grootste deel een eenzame bezigheid, die stilte en eenzaamheid vereist, die ideeën toelaten te resoneren en zich te ontwikkelen, waarbij zorgvuldig verbanden en implicaties worden gelegd. Het is maar al te vaak een taak waarvan de vruchten langzaam komen, en het vereist dat we het verlangen naar onmiddellijke feedback en beloning, naar applaus en bevestiging loslaten. Als zodanig vereist het een bijzondere armoede en brengt het een zekere nederigheid voort. De ascetische eisen van studie zijn daarom geheel in overeenstemming met de stichtende waarden van de eerste kluizenaars op de berg Karmel, die de opdracht hadden om alleen in hun cellen te blijven en dag en nacht te mediteren over de wet van de Heer (Regel, 10). Niet voor niets reserveerde Teresa elke dag een uur om in eenzaamheid te lezen (Constituties 6 [=II,3]).
Tegelijkertijd heeft de intellectuele inspanning een extra gemeenschappelijke dimensie. We moeten samen op weg gaan in onze zoektocht naar de waarheid, om ideeën te delen en nieuwe perspectieven voor elkaar te openen. We moeten elkaar steunen en helpen; elkaar aanmoedigen, elkaar uitdagen, vreugde en frustraties delen. Teresa erkende dit heel duidelijk. Zij genoot van de gelegenheid om met gelijkgestemde vrienden in gesprek te gaan: "Ik zou willen dat wij een overeenkomst sloten. Wij met ons vijven, die elkaar in Christus liefhebben. [...] Zo zouden wij af en toe moeten samenkomen om elkaars dwalingen aan te tonen, te zien waarin we ons kunnen verbeteren en hoe we God meer kunnen behagen." (Leven 16:7). Zoals Teresa adviseerde: "Dit alles is uiterst belangrijk voor zielen [geestelijke vriendschap] [...] Ik kan het niet genoeg benadrukken" (Leven 7:21).
Verlangen naar God
Bovenal komen spiritualiteit en studie, gebed en intellectueel leven voort uit hetzelfde verlangen: het verlangen naar God. Zowel in het gebed als in de studie zijn we geroepen om God te zoeken, om Degene te ontmoeten die verder gaat dan menselijke kennis, maar die Zichzelf daarin openbaart. Zowel gebed als studie zijn wegen langs dewelke we zijn mysteries binnentreden en uiteindelijk de grenzen bereiken van wat de menselijke geest kan weten en uitdrukken. Het is dit teresiaanse verlangen naar God, naar het enige wat nodig is (Lc 10,42), dat al onze intellectuele activiteit waarde geeft, bezielt en betekenis geeft. Het is in waarheid volledig teresiaans van aard en doel.
Als intellectuele activiteit volledig in harmonie is met de oorspronkelijke intentie van de kluizenaars van de Berg Karmel en de hervormingsvisie van de heilige Teresa, geloof ik dat er specifieke en dringende redenen zijn om deze terug te brengen naar het centrum van ons geestelijk leven. In de eerste plaats lezen we de geschriften van onze heiligen om onze eigen ontwikkeling als karmelieten te bevorderen. Zoals Teresa graag aangaf, verschaft elke nieuwe generatie noodzakelijkerwijs het onmiddellijke fundament waarop hun opvolgers zullen voortbouwen (cf. Kloosterstichtingen 4:6). We moeten de zorg en de tijd nemen om ons te doordringen met de wijsheid van onze traditie, om ons de rijke erfenis toe te eigenen van degenen die ons voorgingen, om hun visie voor onze Orde te vervullen en toekomstige generaties in staat te stellen hetzelfde te doen. De taak om ons geestelijk leven voortdurend te voeden door terug te keren naar de bronnen van onze traditie is noch een optie, noch een luxe, maar een noodzaak! Het is de zoektocht naar onze diepste identiteit als karmelieten en onze toekomst hangt ervan af.
Het is ook niet alleen een kwestie van het herwinnen van een statische wijsheid die in het verleden is vereeuwigd. Eeuwige waarheden bestaan in een dynamische relatie met de omstandigheden van het heden; ze spreken met hernieuwde inhoud tot onze hedendaagse wereld en worden op hun beurt verlicht en versterkt door die wereld. Edith Stein herkende dit duidelijk en herhaalde Teresa in haar besef dat de wereld in haar tijd opnieuw in brand stond en van de absolute noodzaak van een karmelitaans antwoord (Kruisverheffing, 14 september 1939: Ave Crux, Spes Unica). Het is nu onze plicht, als karmelieten vandaag, om de wijsheid van onze heiligen in dialoog te brengen met onze hedendaagse omstandigheden, om te begrijpen hoe hun woorden resoneren in de huidige context, en om de wereld een duidelijk karmelitaans getuigenis te bieden van de kracht van de overwinning van Christus op de dood. Alleen door dit te doen kunnen we hopen te antwoorden op de schreeuw van onze moderne wereld, verscheurd door het lijden, de onrechtvaardigheid, de angst en de ongelijkheid. Denk maar aan de aanhoudende oorlogen en vervolgingen in Oekraïne, Gaza, Libanon, Burkina... aan de conflicten in zoveel andere regio's, aan de wanhoop van vluchtelingen en migranten, en aan degenen die worstelen om te bestaan in omstandigheden van extreme honger en armoede.
Bijzondere schatten
Onze karmelitaanse traditie heeft eveneens bijzondere schatten te bieden aan de Kerk, de gemeenschap van Christus in deze wereld. Onze heiligen spreken over God, over zijn alomvattende liefde en over zijn reddend handelen; ze spreken met bijzondere scherpzinnigheid over het mysterie van de menselijke persoon; zij begrijpen de aard van de identiteit en de zending van de Kerk. Als zodanig zijn onze karmelheiligen niet alleen een hulpbron voor onze religieuze familie, maar voor het hele Lichaam van Christus. We moeten in staat zijn om haar rijke wijsheid aan de Kerk aan te bieden om haar zelfbegrip en verkondiging te verdiepen, om een hulp te zijn voor al haar theologen en predikers. Daarvoor is het nodig dat we die wijsheid zelf hebben begrepen en ons eigen hebben gemaakt. Op dezelfde manier is het passend dat wij, als karmelieten, ten volle drinken van alle rijkdom die de christelijke theologie en spiritualiteit te bieden hebben - zoals Teresa deed - en deze ook in dialoog brengen met de wijsheid van onze eigen bijzondere traditie.
In het licht van deze overwegingen nodig ik ieder van ons van harte uit om ons engagement aan studie en intellectuele activiteit te hernieuwen en dit te zien als een centraal onderdeel van ons karmelitaans leven. Lezen, studeren en intellectueel onderzoek vormen onze identiteit als karmelieten, voeden ons gebedsleven en stellen ons in staat onze specifieke karmelitaanse zending naar de Kerk en de wereld te vervullen. Maar al te vaak kan studie eenvoudig worden gezien als een middel om een doel te bereiken, dat ons misschien naar het doel van een professie of wijding leidt. Een ernstige plicht om te lezen en te studeren is echter veel essentiëler dan dat; het is gewoon een wezenlijke dimensie van onze karmelitaanse roeping, een centraal onderdeel van het leven waaraan wij ons hebben toegewijd.
Roeping binnen de roeping
Het is waar dat er een "roeping binnen de roeping" is: die intellectuele studie naar het hoogste niveau brengen, de kennis en het zelfbegrip van de Orde verdiepen, nieuwe kennis en een hernieuwd begrip aanbrengen in onze karmeltraditie. Dit is de bijzondere roeping van hen die zich wijden aan het onderzoek, het onderricht en het schrijven. Degenen die deze taken uitvoeren, dienen werkelijk onze Orde. Ik wil echter benadrukken dat het voor ieder van ons nodig is de taak op ons eigen niveau, onze eigen plaats en tijd op zich te nemen. We moeten onszelf ook voeden, onze waardering voor ons charisma laten groeien en verruimen, onze karmelroeping beleven op een manier die vruchtbaar en leven gevend is, zelfs op verborgen en onbekende manieren, in de intimiteit van ons gebed en in de nabijheid van onze gemeenschappen.
Ik wil ondubbelzinnig stellen dat dit niet louter een taak is die voorbehouden is aan de broeders. Onze zusters beleven de teresiaanse visie in de bijzondere context van hun slotkloostergemeenschappen. Hun wijsheid en kennis worden gesmeed in de smeltkroes van het leven waar Teresa aan het begin van haar hervorming op wees. Van daaruit dragen onze zusters een bijzondere stem van ervaring toe aan het intellectuele leven van onze Orde. Ze brengen ideeën aan, kennis en inzichten die van henzelf zijn. Ze lezen de geschriften van onze heiligen in de echokamer van hun slotkloostergemeenschappen en belichamen hun onderricht in de concrete omstandigheden van hun dagelijks leven. We hebben de onmisbare bijdrage nodig die alleen de zusters kunnen leveren. Net als Teresa dring ik er bij de priorinnen op aan om alle zusters voldoende tijd en middelen te geven voor lectuur, studie en theologisch onderzoek, en deze taak weer centraal te stellen in het dagelijkse schema. Soms, kan men met reden, vrezen dat intellectuele activiteit een vlucht is; een afleiding van de oven van zuivering, of een verleiding tot trots en persoonlijke vooruitgang. Met de juiste onderscheiding en voorzichtigheid helpen studie en intellectueel werk ons echter bij de taken van persoonlijke omvorming en geestelijke maturiteit waartoe we ons allemaal verbonden hebben. Daarom moedig ik alle zusters aan om dit te zien als een vitaal en leven gevend onderdeel van hun leven en gebed in de Teresiaanse Karmel.
Midden in de wereld
Op dezelfde manier is het nodig dat we meer aandacht besteden aan de wijsheid die onze broeders en zusters van de Seculiere Orde kunnen bieden. Zij beleven ons karmelitaans charisma midden in de wereld; in hun huizen, werkplekken en lokale gemeenschappen. Zij zien en ervaren met bijzondere scherpzinnigheid de dialoog tussen onze geestelijke traditie en de behoeften en omstandigheden van onze hedendaagse wereld. Opnieuw is dit een smeltkroes waarin nieuwe ideeën en frisse inzichten zich smeden. Ons gemeenschappelijk intellectueel leven als karmelieten zal pas compleet zijn als alle stemmen van de Orde erin zijn opgenomen: broeders, zusters en seculiere karmelieten. Alleen dan zullen we in staat zijn de volheid van onze traditie te ontrafelen. Alleen door diep naar elkaar te luisteren - zusters, OCDS en broeders - zullen we de betekenis van ons charisma op adequate en juiste wijze kunnen voltooien (zie de Verklaring over het charisma 43-44).
Mijn dierbare broeders en zusters, in het hart van mijn wensen voor onze teresiaanse familie wil ik dat we een liefde en respect koesteren voor intellectuele activiteit dat ons charisma kan voeden, ons gebed kan verdiepen, onze identiteit kan vormgeven en onze missie kan verlevendigen. als karmelieten in de Kerk en de wereld.
Gebruikmakend van de gelegenheid van deze zeer speciale en blije dag van het Hoogfeest van Onze Moeder heilige Teresa, terwijl ik terugkeer van een bezoek aan onze familie in Azië (Korea, Taiwan en Hong Kong) en me terug begeef naar Afrika (Burundi-Rwanda en Senegal), bied ik u deze visie aan, maar, bovenal mijn nabijheid, mijn zegen en mijn dankbaarheid voor uw toewijding, uw nederige en moedige strijd, en om de hoop niet te laten verflauwen.
Mijn broeders en zusters, een heel fijn feest voor onze Moeder Teresa! Moge zij ons haar passie voor God, voor de Kerk en voor de mensheid schenken.

Fr. Miguel Márquez Calle, OCD
Generale Overste