Na een redelijke periode van wederzijdse kennismaking - minimaal een half jaar - kan men toegelaten worden tot de vormingstijd. Het centrale doel van het vormingsproces in de Seculiere Orde is de voorbereiding van de persoon om te gaan leven vanuit het charisma en de spiritualiteit van de Karmel, in haar volgen van Christus en ten dienste van haar zending. Belangrijk hierin is het steeds duidelijker worden van de karmelroeping en de concrete manier waarop deze in iemands leven vorm krijgt. Dit betekent onder meer dat onze seculiere karmelgemeenschap er voor geroepenen is en niet voor louter geïnteresseerden.
Zowel de basisvorming als de permanente vorming in de geest van Teresa van Jezus en van Johannes van het Kruis, helpen de seculier een menselijke, christelijke en spirituele volwassenheid te ontwikkelen, gericht op de dienstbaarheid aan de Kerk. In de vorming als mens ontwikkelen zij de vaardigheid van de dialoog van mens tot mens, wederzijds respect, verdraagzaamheid, de openheid om gecorrigeerd te worden en met kalmte te corrigeren en het vermogen te volharden in aangegane verplichtingen.
Het gaat in de karmelvorming niet in de eerste plaats om het leren van feiten of wetenswaardigheden over de Karmel, maar om een periode van vorming waarin zo goed mogelijk een situatie gecreëerd wordt die het mogelijk maakt om het gelovige leven te verdiepen, te verrijken. Dit betekent dat het om de karmelitaanse doorleving van de vormingsstof gaat, en niet alleen maar om het opdoen van kennis over de karmel.
Het vormingsproces is op de volgende manier opgebouwd: