OCDS - Ongeschoeide Karmel


Vorming

Vorming
(foto: Antoni Shkraba)

Na een rede­lijke periode van weder­zijdse kennis­ma­king - minimaal een half jaar - kan men toe­ge­la­ten wor­den tot de vor­mings­tijd. Het centrale doel van het vor­mings­pro­ces in de Seculiere Orde is de voor­be­rei­ding van de persoon om te gaan leven vanuit het cha­risma en de spiri­tua­li­teit van de Karmel, in haar volgen van Christus en ten dienste van haar zen­ding. Be­lang­rijk hierin is het steeds dui­de­lijker wor­den van de karmelroe­ping en de concrete manier waarop deze in iemands leven vorm krijgt. Dit betekent onder meer dat onze seculiere karmel­ge­meen­schap er voor ge­roe­penen is en niet voor louter geïn­te­res­seer­den.

Zowel de basis­vor­ming als de per­ma­nente vor­ming in de geest van Teresa van Jezus en van Johannes van het Kruis, helpen de seculier een men­se­lijke, chris­te­lijke en spi­ri­tu­ele volwassen­heid te ont­wik­ke­len, gericht op de dienst­baar­heid aan de Kerk. In de vor­ming als mens ont­wik­ke­len zij de vaar­dig­heid van de dialoog van mens tot mens, weder­zijds respect, verdraag­zaam­heid, de open­heid om ge­cor­ri­geerd te wor­den en met kalmte te corri­geren en het vermogen te volhar­den in aangegane ver­plich­tingen.

Het gaat in de karmel­vor­ming niet in de eerste plaats om het leren van feiten of wetens­waar­dig­he­den over de Karmel, maar om een periode van vor­ming waarin zo goed moge­lijk een situatie gecreëerd wordt die het moge­lijk maakt om het gelo­vi­ge leven te ver­die­pen, te verrijken. Dit betekent dat het om de karmeli­taanse doorle­ving van de vor­mingsstof gaat, en niet alleen maar om het opdoen van kennis over de karmel.

Het vor­mings­pro­ces is op de volgende manier opge­bouwd:

  • Periode van contact met de ge­meen­schap (minimaal zes maan­den).
    Daarna kan een vor­mings­pe­rio­de beginnen die ge­woon­lijk twee jaar zal duren en die gericht is op de tij­de­lijke belofte.
  • Ver­vol­gens is er de moge­lijk­heid om de tij­de­lijke belofte af te leggen voor een periode van drie jaar om te leven vanuit de geest van de evan­ge­lische raden en de zalig­spre­kingen.
  • Na deze drie jaar kan men de de­fi­ni­tieve belofte afleggen om te leven vanuit de geest van de evan­ge­lische raden en de zalig­spre­kingen voor heel het leven.