OCDS - Ongeschoeide Karmel


Teresa van Avila

Teresa van Jezus

H. Teresa van Avila
H. Teresa van Avila

Teresa van Avila was een invloedrijke mystica en her­vormster van de Karmelorde. Als dochter van een wel­ge­stelde, vrome familie trad ze in 1535 toe tot het karme­lie­tes­sen­kloos­ter. Gedreven door haar diepe geloof en onte­vre­den­heid over de op­per­vlak­kige klooster­prak­tijken, stichtte ze in 1562 het eerste klooster van de her­vormde Karmel. Met werken zoals Kasteel van de ziel en haar visie op inner­lijk gebed inspireerde ze velen.

Geboren te Avila

Teresa werd op 28 maart 1515 als Teresa de Ahumada geboren in de Spaanse stad Avila. Zij was de derde van de tien kin­de­ren die haar vader Alonso Sanchez de Cepeda, zoon van een tot het katho­li­cisme bekeerde Jood, in zijn tweede huwe­lijk met Beatriz de Ahumada kreeg. Haar vader was wel­ge­steld, vroom en streng. Teresa was charmant en sociaal vaar­dig, ze kreeg een dege­lijke opvoe­ding behorend bij haar stand: omgangs­vor­men, muziek, lezen en schrijven, cultuur, en uiter­aard streng katho­liek.

Toen ze der­tien was, overleed haar moe­der; drie jaar later stuurde haar vader haar naar het klooster van de au­gus­ti­nessen in Avila zodat die zou­den zorgen haar ver­dere opvoe­ding. Maar nau­we­lijks een jaar later keerde Teresa ziek terug naar huis.

Karmelietes

Teresa trad in 1535, toen zij twin­tig jaar was, toe tot het karme­lie­tes­sen­kloos­ter van de Menswor­ding te Avila. In dit klooster raakte ze meer en meer ver­trouwd met de ‘gees­te­lij­ke weg’ en de praktijken die daarbij kon­den helpen, zoals de gebeds­tij­den, de ascese, de boetedoe­ning, de medi­ta­tie en het beoefenen van de deug­den. Ze schreef: ‘God ver­an­der­de de dor­heid van mijn ziel in een heel grote teder­heid’. Toch was ze er niet tevre­den mee. Het bleef haar te op­per­vlak­kig, omdat het een z.g. ‘gema­tigd klooster’ was, d.w.z. dat de regels er zo vrij waren dat de geest van de vroe­gere woes­tijn­kloos­ters waarop de Karmel zich baseert, verloren was; er was te weinig stilte en een­zaam­heid. Dat belemmerde Teresa om haar ver­bon­den­heid met Jezus voluit te beleven.

Tijdlijn

28 mrt 1515 Geboren in Avila
3 nov 1537 Eeuwige gelofte
4 okt 1582 Overle­den in Alba de Tormes
24 apr 1614 Zalig verklaard
12 mrt 1622 Heilig verklaard
27 sep 1970 Kerklerares

Gedurende de eerste periode van haar kloosterleven was Teresa vaak ziek en raakte zij herhaal­de­lijk in crisis. Het was voor haar moei­lijk zich te concentreren op God en naar binnen te keren. Een enkele flits van haar ver­beel­dings­ver­mo­gen was voldoende om haar geest rusteloos rond te laten zwerven. Maar in de vasten van 1554 kreeg haar gees­te­lij­ke weg een nieuwe rich­ting: ze werd getrokken naar het beeld van de lij­dende Christus ‘overdekt met won­den’ en werd er intens door geraakt.

Zelf zei ze hierover: ‘Nu leeft God in mij. God zij geprezen, dat Hij mij van mij­zelf heeft bevrijd!’ Deze erva­ring deed haar leven verankeren in God. Haar inner­lijk gebed werd een ver­trouwe­lijke omgang met God in de persoon van Jezus: ‘Bidden is omgaan met een vriend van wie wij weten dat hij van ons houdt en met wie wij daarom dikwijls samen­ko­men om alleen en ver­trouwe­lijk met hem te spreken.’

Samari­taanse vrouw

Teresa van Avila voelde zich verwant met de Samari­taanse vrouw die de Bron vond in de ont­moe­ting met Jezus, haar kruik achterliet en haar dorps­ge­no­ten ver­telde wat er met haar gebeurd was. Net als de Samari­taanse vrouw wilde Teresa haar medezusters doen delen in haar erva­ring, en hun de weg wijzen naar de Bron van Levend Water. Dit verhaal waarin actie en con­tem­pla­tie bij elkaar kwamen, was voor haar de in­spi­ra­tie­bron waaraan haar her­vor­mings­acti­vi­teiten van de Karmel ontsprongen.

Teresa van Avila

In 1562 besloot ze om met enkele medezusters een nieuw klooster te stichten en zo werd Teresa in 1563 de priorin van het eerste klooster van de her­vormde Karmel, Sint Jozef (San José). Zij noemde zich vanaf dat moment Teresa de Jesús. In dat­zelfde jaar schreef ze de con­sti­tu­ties voor deze nieuwe orde van onge­schoeide karme­lie­tes­sen. Deze wer­den door paus Pius IV in 1565 goedge­keurd.

In de jaren na de stich­ting van Sint Jozef schreef Teresa onder andere de ‘Weg der Volmaakt­heid’. Ook meldde zij vele visioenen en mys­tieke erva­ringen zoals ‘de doorbo­ring van het hart’ (transverberatie). Ondanks aan­vanke­lijke tegen­wer­king kwam de bewe­ging van de her­vormde Karmel, ook wel de ‘Teresaanse Karmel’ genoemd, tot bloei. In 1567 ontmoette Teresa de jonge karmeliet Juan de la Cruz (Johannes van het Kruis). Zij betrok hem in haar her­vor­mings­be­we­ging; Juan werd tot aan haar dood haar naaste mede­wer­ker, en spi­ri­tu­ele steun en toeverlaat. Teresa had ondertussen toestem­ming gekregen van de generale overste van de Karmelorde om meer kloosters te stichten. Er volg­den vrucht­ba­re jaren: in totaal stichtte Teresa van Avila met de hulp van Jan van het Kruis zeven­tien kloosters volgens de her­vormde Karmel­regel, o.a. in Valladolid, Toledo, Salamanca, Granada en Sevilla. Na toestem­ming van de paus wer­den deze karme­lie­tes­sen in 1580 een zelf­stan­dige tak met een eigen bestuur.

Kasteel van de ziel

Ook Teresa’s gees­te­lijk leven ont­wik­kelde zich ver­der in die vrucht­ba­re jaren: in 1577 voltooide zij haar beroemde werk ‘Kasteel van de ziel’ (ook bekend als ‘Inner­lijke burcht’). Hierin leert de lezer bid­den op een­vou­dige en tege­lijk diepe manier. Elke nieuwe ont­wik­ke­ling in het gebedsleven wordt voor­ge­steld als een kamer in een kasteel, tenslotte komt men uit in de schat­ka­mer, waar God woont en daar de bid­der met liefde opwacht en ont­vangt.

In sep­tem­ber 1582 werd Teresa op een van haar reizen erns­tig ziek. Op 4 ok­to­ber stierf ze in Alba de Tormes, waar zij in de klooster­kerk werd begraven. In 1593 wer­den ook de onge­schoeide karmelieten een zelf­stan­dige orde, onaf­han­ke­lijk van de geschoeide karmelieten.

Teresa overleed op 4 ok­to­ber 1582, de laatste dag van de Juliaanse kalen­der. De volgende dag was het de 15e ok­to­ber van de Gre­go­ri­aanse kalen­der, van­daar dat haar ge­dach­te­nis op die dag wordt gevierd.

Heilig en Kerklerares

Paus Gregorius XV verklaarde Teresa heilig in 1622. In 1617 riep het Spaanse parle­ment haar al uit tot Patrones van Spanje. In 1970 kreeg zij, samen met Catharina van Siena als eerste vrouwen in de ge­schie­de­nis, door paus Paulus VI de titel van Kerklerares (Doctor Ecclesiae) toegekend, van­wege het bij­zon­der gezag van haar mys­tieke ge­schrif­ten.

Enkele citaten van Teresa van Avila

“Wees vrien­de­lijk voor allen, maar streng voor jezelf.”

“Het be­lang­rijk­ste deel van het werk van de duivel op aarde is ons te vullen met hoogmoed.”

“Ware nede­rig­heid bestaat erin tevre­den te zijn met wat ons gegeven is.”

“Het be­lang­rijk­ste voor het gebed is niet veel te denken, maar veel lief te hebben.”

“Verheug je met de anderen. Voel mee met elkaars noden. Verdraag de fouten van anderen zon­der je erover te ver­won­deren. Beveel de ander van harte bij God aan en doe je best de deugd te beoefenen die in tegen­stel­ling is met de fout die je in de ander bemerkt. Probeer te ont­dek­ken welke dingen bij de ander waard zijn je te raken. De deug­den die we bij de ander bemerken zijn aan­ste­ke­lijk om na te volgen. Zie daar een goede raad. Vergeet hem niet.”

“Laat door niets u verstoren
door niets u beangs­tigen.
Alles gaat voorbij.
God veran­dert nooit,
geduld overwint alles.
Wie aan God vasthoudt heeft niets tekort.
God alleen voldoet.”

Nada te turbe