Fr. Saverio Canistrá, OCD was van 2009 t/m 2021 generaal overste.
Rome, 24 mei 2021 - Feest van de Heilige Maagd Maria, Moeder van de Kerk
2. Wat de algemene situatie van de Seculiere Orde betreft, bied ik u hier enkele statistieken aan (bijgewerkt tot 6 mei 2021). Het aantal leden dat (tijdelijke of definitieve) beloften heeft gedaan, bedraagt 28.824, verdeeld over 92 landen. Er zijn 775 canoniek opgerichte OCDS-gemeenschappen, plus 341 gemeenschappen of groepen die in oprichting zijn. In dit millennium zijn 97 communiteiten canoniek opgericht. Deze gegevens zijn zeer veelzeggend, niet alleen voor de getalsmatige groei van de OCDS, maar ook en vooral voor de vitaliteit en de inzet ervan.
De relatie die wij wensen te beleven tussen de OCDS en de religieuzen is er een van samenwerking en wederzijds respect voor de legitieme autonomie. Wat de OCDS betreft, herinner ik eraan dat deze autonoom is in het bestuur, de oprichting en de organisatie van haar activiteiten, volgens de door de bevoegde autoriteit goedgekeurde normen. We mogen niet terugkeren, want dat zou betekenen dat we ons afsluiten voor wat de Geest vandaag van ons vraagt. Wij zijn geroepen om samen (synodos) te wandelen als pelgrimsvolk van God in de geschiedenis, in het besef dat onze roepingen elkaar aanvullen en ten dienste staan van het ene charisma, zonder te vergeten dat uw roeping als leek de verplichting inhoudt om het Koninkrijk op te bouwen te midden van de wereld (vgl. Lumen Gentium 3 1-32; Christi Fideles Laici 15).
4. Tot slot wil ik u enkele richtlijnen ter overweging meegeven, zodat u uw reis met trouw en dynamiek kunt voortzetten, in samenwerking met de verschillende takken van de Orde en de familie van de Teresiaanse Karmel. Inderdaad, wij allen zijn geroepen om "zending te zijn" in een veranderende en lijdende wereld, om onze kracht te vinden in de relatie van vriendschap met de Heer. Dit zal alleen mogelijk zijn als je de beproevingen van binnenuit beleeft en licht vindt in dat geloof dat nooit Gods trouw in de loop van de geschiedenis uit het oog verliest. In die zin is de gelovige in wezen 'iemand die zich herinnert'" (Evangelii Gaudium 13). Wij zijn ondergedompeld in een digitale omgeving waarin de innerlijkheid steeds dreigt te worden overspoeld door stromen van informatie en beelden die ons niet toebehoren en ons aan de oppervlakte van de dingen laten. Daarom moeten wij dringend de door onze Regel aanbevolen houdingen herontdekken, met name de meditatie over het Woord van God: zij leert ons te waken over ons geheugen en onze hoop levend te houden, door ons verbond met God in Christus voortdurend te vernieuwen.
Dit was de ervaring van Teresa van Jezus en Johannes van het Kruis: ondergedompeld te zijn in de problemen van de Kerk en de orde van hun tijd, maar met hun hart gericht op de Trinitaire verblijfplaats. Net als zij moeten ook wij in onze nederige en vertrouwensvolle relatie met de Heer het licht en de kracht vinden om te werken in dienst van de Kerk en de Orde. Zoals zij, moeten ook wij samen wandelen en werken. Teresa zocht steun bij religieuzen en leken. Zij hielpen haar om haar werk als stichteres voort te zetten volgens het charisma dat zij had ontvangen. Het lijkt dus van fundamenteel belang dat ieder lid van de Orde zich door een geëngageerde en bedachtzame geest medeverantwoordelijk voelt voor dat deel van de Kerk waartoe hij behoort, en voor de opbouw van zijn karmelietengemeenschap.